Vijf vragen aan Wim Oosterwijk

wethouder in de gemeente Nijkerk

1.
Wat zijn de belangrijkste vraagstukken over ruimtelijke ordening in je portefeuille? 

De gemeente Nijkerk heeft in elk geval de volgende twee belangrijkste ruimtelijke opgaven. Ten eerste willen we voorzien in de grote behoefte aan woningen in onze gemeente. Tegelijkertijd zijn we zuinig op de kwaliteiten van vooral het buitengebied. Dat levert spanning op tussen ruimte voor wonen (inbreiding én uitbreiding) en de kwaliteiten (meervoud!) van ons fraaie landschap. In de nog op te stellen omgevingsvisie zullen we deze spanning bewust opzoeken.


Ten tweede is er de duurzaamheidsopgave: de opwek van duurzame energie, warmte en energiebesparing. Alles wijst erop dat deze opgave voor onze gemeente aanzienlijke ruimtelijke effecten zal hebben. De opgave is nieuw ten opzichte van een eerder vastgestelde structuurvisie en vraagt om een adequaat antwoord in onze omgevingsvisie.

2.
Wat is er al gedaan en wat moet er nog gebeuren?

Vanaf 2016 bereidt de organisatie zich voor op de implementatie van de Omgevingswet. Tot nu toe hebben we ieder jaar een uitgebreide bijeenkomst gehad met de gemeenteraad. Telkens gaan we in op onze opgave om deze wet te implementeren. Ook bespreken we dan de veranderende rol van de gemeenteraad.


Het mooie is dat deze ontwikkeling in Nijkerk parallel loopt met de beweging om als gemeente van buiten naar binnen te gaan werken. Dat heeft ertoe geleid dat we al een aantal projecten gedaan hebben in de geest van de Omgevingswet. Een van die projecten is de ontwikkeling van een integrale visie voor het Hoevelakense bos. Heel nadrukkelijk kwam deze interactief tot stand, dus samen met de omgeving: bezoekers, bewoners, belanghebbenden. De zo tot stand gekomen visie is aan de gemeente aangeboden. Ook voor een visie voor het Centrum van Hoevelaken zijn we zo te werk gegaan.


Dit zijn allemaal goede aanzetten voor een werkwijze die past bij de nieuwe Omgevingswet. We werken nu hard aan een omgevingsvisie, een inventarisatie van de bestaande regels die ondergebracht moeten/kunnen worden in het instrumentarium van de Omgevingswet, aanpassingen in de organisatie en manier van werken en de voorbereiding van de benodigde ICT-aanpassingen. Last but not least zal ook de werkwijze van OddV aangepast moeten worden, zowel in vergunningverlening als in handhaving.

3.
Wat levert de Omgevingswet jullie organisatie op?

Het stimuleert ons om van buiten naar binnen te werken en integraler naar vraagstukken te kijken. Voor onze inwoners levert het een verandering op van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’. Dat klinkt als een open deur, maar het vergt echt een andere mindset en een ander instrumentarium om consequent zo te kunnen werken. Het ‘ja, mits’ is daarom nog geen complete realiteit. Zowel de organisatie als het bestuur spreken elkaar steeds vaker aan op deze benadering.

4.
Wat zijn de grootste voordelen voor de inwoners en ondernemers van Nijkerk?

Voor mij zijn dat de voorspelbaarheid en transparantie over wat wel en niet kan in onze gemeente op een bepaalde locatie. Die voorspelbaarheid en transparantie vormen een belangrijk winstpunt voor inwoners en bedrijven. Ook al hebben we dat nog niet helemaal bereikt, het is wel een belangrijke drijfveer om hard te werken aan de implementatie van de Omgevingswet. Een bijkomend voordeel is snellere en integralere besluitvorming. Er komt meer ruimte om de behoefte van inwoners en bedrijven centraal te stellen. De kwaliteit van de fysieke leefomgeving blijft daarbij leidend.

5.
Welk advies over de invoering van de Omgevingswet heb je voor collegabestuurders?

Naast de adviezen van mijn collega’s om aan de slag te gaan met een integraal team, vind ik vooral de cultuuromslag van gemeentelijke medewerkers en bestuurders van belang. Als het normaal wordt om te werken vanuit ‘ja, mits’, dan wordt het zoveel gemakkelijker om te werken aan de randvoorwaarden daarvoor. Dan móet je de Omgevingswet niet invoeren, maar dan wíl je deze graag invoeren.