Tarah Bolk

juridisch adviseur Handhaving en Vergunningverlening OddV

“Gewoon even samen wat drinken kan een burenruzie voorkómen.”

”wet- en regelgeving is vaak ingewikkeld voor mensen”

Tarah Bolk merkt nog niet veel van de aanstaande Omgevingswet in haar dagelijkse werk. Als juridisch adviseur moet ze immers werken met de huidige regels en kaders.


Nieuwe jurisprudentie

Zolang de Omgevingswet er nog niet is, houdt team Juridisch advies zich vooral bezig met het hier en nu van de wet. Toch denken ook zij alvast na over wat er straks verandert en wat ze dan gaan doen. Dat komt ter sprake in hun reguliere vakoverleg. Binnen de nieuwe Omgevingswet moet straks nieuwe jurisprudentie ontstaan. Tarah licht toe: “Je kunt alleen toetsen aan wat er al is: de Wabo, bestemmingsplannen en bestaande jurisprudentie. Je kunt niet toetsen aan wat nog moet komen. Zo werkt de rechtspraak nou eenmaal. Dat geldt voor ons en ook voor de rechter.”


De wet en de praktijk

In de rechtbank, vooral bij hoorzittingen van de commissie bezwaarschriften, ziet Tarah hoe ingewikkeld wet- en regelgeving vaak is voor mensen. Onlangs maakte ze het nog mee: een echtpaar had een woning gekocht voor kamerverhuur. Vervolgens kregen ze geen vergunning om kamers te verhuren. “Het echtpaar bleek geen idee te hebben van het bestaan van bestemmingsplannen en vergunningen.” Toch veronderstellen de wet en de rechtspraak een voldoende ingevoerde burger die weet heeft van de regels en de kaders. Dat staat haaks op de praktijk: “Wie leest er nou in z’n vrije tijd de Staatscourant of gemeentelijke publicaties?”


Wel en niet

Tarah onderschrijft het doel van de Omgevingswet: dat het gemakkelijker wordt voor de burger met heldere en toepasbare regels in een klantvriendelijke aanvraagprocedure. Werd voorheen elke aanvraag beantwoord met een ‘nee, tenzij’, de Omgevingswet stuurt aan op ‘ja, mits’. Met meer ruimte voor plannen en initiatieven. En met een overheid die meekijkt en meedenkt over hoe die gerealiseerd kunnen worden. Tarah heeft daarbij zo haar bedenkingen. Deels heeft dat te maken met haar persoonlijkheid: “Ik ben van de regeltjes. Het moet gewoon duidelijk zijn wat wel en niet kan en waarom. Ik ben bang dat ‘ja, mits’ leidt tot willekeur.”


Eerst het gesprek en dan de aanvraag

Eén verandering in de geest van de Omgevingswet brengen zij en haar collega’s wél al in praktijk. Aan de telefoon, in de ontvangstbevestiging en de conclusie van een conceptaanvraag moedigen ze mensen aan te praten met hun buren vóórdat ze hun aanvraag indienen. Vaak, weet Tarah, is een burenruzie of onenigheid aanleiding tot een zienswijze of bezwaar. “Pas tijdens de hoorzitting gaan de buren voor het eerst over de kwestie met elkaar in gesprek. Dan komt het voor dat ze tegen elkaar zeggen: ‘We komen er vast wel uit. Laten we vanavond maar gewoon even samen wat drinken.’ Daarmee hadden ze de hoorzitting vóór kunnen zijn.” Tarah vindt het een mooie taak mensen daar tijdig op te attenderen en hen aan te moedigen: eerst het gesprek en dan de aanvraag. Waarvan akte.