Extra schuifjes voor Externe Veiligheid


Onder de Omgevingswet blijft Externe Veiligheid ‘gewoon’ Externe Veiligheid, stelt Marijke Bijl. “Maar de wetgeving en begrippen veranderen wel. Ook komen er schuifjes waarmee we extra de veiligheid kunnen bepalen.” Ze vertelt in dit artikel over deze schuifjes en legt uit waar de werkgroep Externe Veiligheid (EV) mee bezig is.
Verdergaan dan een ja of nee Meer dynamiek, meer vroegtijdig overleg: dat zijn veranderingen die vaak worden opgesomd als het over de Omgevingswet gaat. “En daar kan ook op worden ingespeeld bij Externe Veiligheid,” zegt Marijke. Hoe het proces precies gaat veranderen, is nog niet duidelijk. “En dat maakt het nu nog lastig. We denken nog vanuit de oude manier, en moeten omschakelen. Het is nog een zoektocht: wat wordt er bedoeld, en waarop kunnen we invloed hebben? Bij een testomgevingstafel zou dat goed naar voren kunnen komen.” Een mogelijke verandering is te vinden in het adviseringsproces voor Externe Veiligheid. “Nu zitten we aan de achterkant. Men wil iets en wij kijken of dat kan: ja of nee,” zegt Marijke. Maar om aan te sluiten bij de bedoeling van de Omgevingswet, zou dat moeten veranderen: “We zouden dan eigenlijk aan de voorkant moeten zitten. Dan gaan we meer meedenken, het gaat verder dan ja of nee zeggen. We kunnen dan met de schuifjes gaan werken.” Een voorbeeld daarvan zijn de (extra) maatregelen die genomen kunnen worden in aandachtsgebieden. Deze maatregelen mogen alleen toegepast worden als de gemeente binnen de aandachtsgebieden voorschriftengebieden heeft aangewezen. In het onderstaande kader lees je daar meer over. Van elkaar leren Om de gevolgen van de Omgevingswet voor het thema Externe Veiligheid in kaart te brengen, is een werkgroep opgericht. Deze bestaat uit specialisten EV van de vijf samenwerkingspartners van Omgevingsdienst de Vallei en de veiligheidsregio VGGM. “We hebben inmiddels een paar bijeenkomsten gehad,” vertelt Marijke. “De werkgroep is een goed middel om inzicht te krijgen in wat gemeenten willen. Het versterkt ook de verbinding: door de discussies die ontstaan kunnen we van elkaar leren.” Sommige gemeenten zijn al verder in hun voorbereiding dan andere. “Maar dat betekent niet per se dat de standpunten verschillen,” zegt Marijke. “Mijn beeld is dat gemeenten zo veel mogelijk beleidsneutraal over willen en nog een beetje terughoudend zijn qua standpunten. Dat is ook logisch, want alles is nieuw.” Inzicht en houvast Het doel van de werkgroep is om een werk- en inspiratiedocument op te stellen. “Dat dient als input voor het omgevingsplan en helpt bij advisering over externe veiligheid bij vergunningen en vraagstukken over ruimtelijke ordening,” zegt Marijke. “Alles is nu volop in beweging, misschien moeten we onderweg dingen nog herzien. Maar door ermee bezig te zijn, krijgen we meer inzicht en houvast.”
“We denken nog vanuit de oude manier, en moeten omschakelen”
“De werkgroep versterkt de verbinding”

Aandachtsgebieden en voorschriftengebieden
Nieuw in de Omgevingswet zijn aandachtsgebieden. “Binnen aandachtgebieden kunnen gemeenten voorschriftengebieden aanwijzen. Dat is een mooi voorbeeld van zo’n schuifje dat we kunnen inzetten onder de Omgevingswet,” zegt Marijke. “Het hóeft niet, maar de mogelijkheid om er wat mee te doen is er.” In aandachtsgebieden zijn mensen binnenshuis zonder aanvullende maatregelen onvoldoende beschermd tegen de gevaren als gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen. Er zijn drie soorten aandachtsgebieden. Ze vormen schillen om de risicobron heen en hebben verschillende afstanden: • Brand: de binnenste schil, waar hittestraling het grootste gevaar is • Explosie: de schil daaromheen, waar een drukgolf of warmtestraling het grootste gevaar is • Gifwolk: de buitenste schil, waar gevaarlijke gassen kunnen vrijkomen Met de aandachtsgebieden kunnen overheden bij hun plannen zo vroeg mogelijk kijken naar veiligheid. Zo krijgen planners en ontwerpers de kans om maatregelen te treffen en kan een brand, ramp of crisis voorkomen worden of kunnen de gevolgen ervan beperkt worden. Overzicht van de risico’s Alle aandachtsgebieden komen op een kaart te staan, zodat in één blik duidelijk is waar welke risico’s bestaan van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Bij het plaatsen van de objecten op de kaart komt nog veel werk kijken, zegt Marijke. “De hoeveelheid werk hangt af van hoe de bestaande gegevens overgezet gaan worden naar het DSO. Daarnaast zijn er nog een aantal nieuwe soorten objecten, die nu nog niet voorkomen op de risicokaart en wel in het DSO moeten komen.”
