OddV’ers over online opleiding Omgevings­wet

Ter voorbereiding op de Omgevingswet volgen alle medewerkers van Omgevings­dienst de Vallei een online opleiding. Deze wordt verzorgd door de Academie voor Openbaar Bestuur en is speciaal toegespitst op omgevings­diensten. De meeste collega’s volgen de opleiding in 2021, maar sommige mede­werkers zijn al gestart in het najaar van 2020. Zo ook Henk Arink, Marieke van de Broeke, Rob Reerink en Moniek Vesseur. Zij vertellen over hun cursuservaringen.

Ik sta open voor vernieuwing en wil erin meegaan. Ik ben niet iemand die van tevoren met de armen over elkaar gaat zitten, met een blik van: dit werkt niet. Maar dat alles onder de Omgevingswet eenvoudiger, beter en geweldig gaat worden, dat geloof ik ook niet. Je hoort soms voorstellen voorbijkomen waarvan je weet dat het ‘op de twaalfde verdieping in Den Haag’ is bedacht, zonder enige praktijkervaring. Neem participatie, een thema dat ook in de cursus aan bod kwam. Het klinkt allemaal mooi en participatie is op zich natuurlijk goed, maar ik ben heel benieuwd hoe het concreet gaat worden gemaakt. Hoe we het vorm gaan geven in processen. Programmatische aanpak In de cursus werd uitgebreid aandacht besteed aan het programma en de programmatische aanpak. Het was mij nog niet zo bekend dat dit onder de Omgevings­wet een nieuw instrument wordt. Dat die pijler er ook is, is goed bij me blijven hangen. Doordat de cursus online werd gegeven, heb ik wel het idee dat ik de informatie over het algemeen iets minder goed onthoud. Al kan dat ook komen door werkdrukte. Maar het is fijn dat het op deze manier kan. Bedrijventerrein van bol.com Ik ben een techneut, ben van de praktijk. De eerste module van de cursus, over het ‘waarom’ van de Omgevingswet, was nog veel zenden en theorie. Maar module 2, over het ‘hoe’, werd al praktischer. De docent gaf veel voorbeelden, bijvoorbeeld over het bedrijventerrein van bol.com. Dat zoek ik dan meteen even op om mee te kijken. Ik word blij van praktijkvoorbeelden, dan leeft het meer. Dat merk je ook aan de groep. In module 3 gaat het over het ‘wat’, dus nog wat concreter. Die module ga ik binnenkort volgen, daar verheug ik me op. Tijd te kort Het bespreken van de casussen vond ik het allerleukst. Ze duurden helaas maar vijftien minuten, veel te kort! Mochten collega’s die de opleiding nog gaan volgen meer tijd kunnen voorstellen voor de casussen, dan zou ik dat zeker doen. Bij veel andere cursussen kom je ook medewerkers van de gemeente of externe adviseurs tegen. In deze cursus zit je met alleen mensen van omgevingsdiensten en dus is er veel herkenning.

Rob Reerink | specialist geluid
­­“Er is veel herkenning doordat de cursus speciaal voor medewerkers van omgevings­diensten is”
Marieke van den Broeke | juridisch adviseur vergunningverlening
“Een opleiding via Zoom is eigenlijk prima te doen”

Ik vind het goed dat de opleiding speciaal is toegespitst op omgevingsdiensten. Er werd bijvoorbeeld niet alleen uitgelegd welke instrumenten de gemeente heeft onder de Omgevingswet, maar ook wat de rol van de omgevingsdiensten daarbij is. Handig om daarvan even een overzicht te krijgen, al heb ik weinig nieuws gehoord. Dat kan komen doordat ik lid ben van de project­groep Omgevingswet en daardoor al wat meer over het thema weet dan andere omgevingsdienstcollega’s. Wat hoog over Gemeenten zijn eerst aan zet om invulling te geven aan de Omgevingswet. Wat gaan ze bijvoorbeeld doen met participatie en hoe wordt het omgevingsplan vorm­gegeven? We gaan er met de gemeenten de komende jaren aan werken en pas dan weten we wat er voor ons als omgevingsdienst gaat veranderen. Daardoor was de opleiding wat hoog over: er viel weinig concreets te melden. Digitaal je hand opsteken De opleiding vond plaats via Zoom. Op het nogal uitgebreide voorstelrondje na, was dat eigenlijk prima te doen. Door digitaal je hand op te steken of een bericht in de chat te plaatsen, kon de docent antwoord geven op vragen. Ook gingen we in kleine groepjes uiteen om een casus of vraag te bespreken. Bijvoorbeeld welke regels we zouden kunnen schrappen onder de Omgevings­wet. Misschien regels over het stallen van winkelwagens, over uitwegen of over stoepkrijten. Ik raad collega’s die de opleiding nog gaan volgen aan om er lekker open in te gaan. Een uitgebreide voorbereiding is niet nodig, laat het over je heen komen.

Ik wist al best wat over de Omgevingswet. Ik las erover, keek webinars en deed laatst een cursus over natuur in de Omgevings­wet. Maar het kan geen kwaad om er nog eens over te horen; de nieuwe wet is immers een complex geheel. Bovendien was veel informatie die ik eerder kreeg vooral toegespitst op gemeenten of waterschappen. Deze cursus was speciaal gericht op omgevingsdiensten, dat was prettig. En de cursus heeft me op een andere manier aan het denken gezet. Bijvoorbeeld over de termijnen die gelden in de Omgevingswet. Dat de termijnen gaan veranderen, dat was me natuurlijk bekend. Maar ik besefte tijdens de cursus dat dit echt impact gaat hebben op ons werk. Hoe richt je de processen in als de termijnen korter worden? Daar ga je dan toch over nadenken. Omgevingstafel Een ander thema dat me aan het denken zette, is de integrale benadering die onder de Omgevings­wet belangrijker wordt. Bijvoorbeeld door omgevingstafels. Maar wie zitten er straks aan tafel? Soms zijn er specialisten bij de gemeente én bij de omgevingsdienst over hetzelfde thema. Dan moet het verhaal wel hetzelfde zijn. Ik heb zelf bij de gemeente Wageningen mee­gedaan aan een proef-omgevingstafel, dus ik heb er al een beeld bij. Vroeg met elkaar om tafel gaan, zoals vaak wordt aangeraden, blijkt bijvoorbeeld niet altijd handig. Bij de proef-omgevingstafel was de initiatiefnemer nog niet ver met zijn plan. Daardoor wisten omwonenden niet wat ze er eigenlijk van moesten vinden. Het belang van de integrale aanpak werd in de cursus sterk benadrukt. Ik ben benieuwd hoe dat in de praktijk gaat uitpakken. In gesprek komen met medecursisten Op zich werkt een online opleiding wel. Maar er is minder interactie en het wordt sneller saai. Ik miste de koffiepraatjes die je maakt tijdens een cursus op locatie. Online kom je toch minder makkelijk met een medecursist in contact. In eerste instantie was vooral de cursusleider aan het woord. Gelukkig kwamen er op een gegeven moment vragen uit de groep en werden er ervaringen gedeeld. Ook de casussen hielpen om het geheel wat levendiger te maken. Daarom zou ik collega’s die de training nog gaan volgen aanraden: stel vragen en breng je eigen ervaringen in. Daar doet de cursusleider echt wat mee. En probeer met medecursisten in gesprek te komen. Zelf zit ik eraan te denken om het samen met andere ecologen van Gelderse omgevingsdiensten eens over de Omgevingswet te hebben. Genoeg te bespreken!

Moniek Vesseur | adviseur ecologie
“De casussen maakten de cursus levendiger”
Henk Arink | senior vergunningverlener
“We moeten nú aan de gang met de Omgevingswet”

­We moeten echt aan de slag met de Omgevingswet. Als het doel van de cursus was om een gevoel van urgentie te kweken, dan is dat zeker gelukt. We moeten niet denken dat we nog een jaar hebben om ons voor te bereiden, nee, we moeten nú aan de gang. Plek aan tafel Als OddV zijn we een uitvoeringsdienst, en uiteindelijk bepalen de gemeenten. Maar er is veel kennis bij ons in huis die bij gemeenten niet of niet meer aanwezig is. Daarom moeten we ons als omgevings­dienst laten horen. Een plek aan tafel hebben, bijvoorbeeld bij het opstellen van de omgevings­plannen. Gemeenten hebben mooie wensenlijstjes, maar tegelijkertijd zijn er bezuinigingen. Als omgevingsdienst moeten we aangeven dat nieuwe regels wel handhaafbaar moeten zijn. Bezuinigen kan, maar dan moet je in de omgevingsplannen geen nieuwe regels zetten. Het is daarom belangrijk dat we onze expertise laten zien. Dat vond ik een eyeopener van de cursus. Genoeg pauzes Ik was me al aan het inlezen over de Omgevingswet, maar tijdens de cursus kwamen alle onderwerpen nog eens gestructureerd aan bod. Natuurlijk gaat er niets boven een fysieke bijeenkomst, maar ik vond online goed te doen. De sessies van vier uur zijn best een lange zit, maar er zijn genoeg pauzes tussendoor. Ik raad collega’s aan om vooral vragen te stellen en actief aanwezig te zijn. Discussie maakt het leuker!