collega Jan Gringhuis
senior adviseur / vergunningverlener

”OddV stelt nu al de klantvraag centraal.

Blijkbaar zit dat in onze genen.”

In 2014 riep het managementteam collega’s op om mee te denken over de aanstaande Omgevingswet. Jan Gringhuis meldde zich gelijk aan. Binnen zijn eigen Omgevingsdienst De Vallei (OddV) werd hij lid van de Projectgroep Omgevingswet.


Daarnaast vertegenwoordigt hij OddV in de Taskforce Omgevingswet van de zeven Gelderse Omgevingsdiensten. “Als het werkveld zo gaat veranderen wil ik wel invloed kunnen uitoefenen en erop toezien dat we allemaal met hetzelfde bezig zijn.”


Inzichtelijk maken

Jan vindt het geweldig dat de Omgevingswet alle bestaande wetten samenvoegt en terugbrengt tot vier algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Zo moet voor burgers, bedrijven én overheden een stuk inzichtelijker worden wat er in onze omgeving, onze leefruimte, wel en niet mogelijk is. Ook sterk vindt Jan de integrale benadering van de Omgevingswet. “Stel dat iemand een bedrijventerrein wil bouwen waar nu een weiland is. Dan steken we met z’n allen de koppen bij elkaar: gemeente, omgevingsdienst, planoloog, verkeerskundige, milieudeskundige. Zo vroeg mogelijk, ‘aan de voorkant’, verhelderen en beantwoorden we samen de klantvraag.”


Werken vanuit vertrouwen

Voorheen was de reactie op een klantvraag doorgaans ‘nee, tenzij’. Nu wordt dat ‘ja, mits’. De Omgevingswet is namelijk gestoeld op vertrouwen. Van overheden vraagt dat een andere houding, een andere blik en ander gedrag. OddV werkt al zo, vertelt Jan: “Wij stellen de klantvraag centraal en bijna nooit weigeren we een verzoek. We zoeken altijd naar een manier om te realiseren wat de klant wil. Samen streven we naar een aanvaardbaar en uitvoerbaar plan. Zo werken zit blijkbaar al in onze genen.”


Niet dat werken vanuit vertrouwen gemakkelijk is: “Omdat eigen belangen vaak op gespannen voet staan met het algemeen belang, is dat in ons vak soms ronduit lastig”, is Jans ervaring. In de praktijk ziet hij daarvan dagelijks voorbeelden. “Dan stort er ergens weer een vloer in of vliegt een gevel in brand, omdat is gekozen voor goedkoop in plaats van veilig.”


Zorgen dat het uitvoerbaar is

In de Taskforce Omgevingswet bereiden de zeven Gelderse Omgevingsdiensten zich voor op de komst van de wet. Gezamenlijk nemen ze hun werkprocessen onder de loep, bouwen ze kennis op en gaan ze in gesprek met de gemeenten in hun werkgebied. Gemeenten zijn namelijk verantwoordelijk voor de invoering van de Omgevingswet en de omgevingsdiensten moeten die wet uitvoeren.


Gemeenten zullen in hun omgevingsplan weergeven wat ze willen en voor welke activiteiten straks wel of niet een vergunning verplicht is. Jan: “Om te zorgen dat zo’n omgevingsplan straks uitvoerbaar is, moet je als omgevingsdienst aan tafel zitten.”


Binnen het Gelders Stelsel van omgevingsdiensten voert OddV behalve milieutaken ook de bouwtaken uit. De meeste omgevingsdiensten beperken zich tot de wettelijke taak: vergunningverlening, toezicht en handhaving voor milieu. “Voor nu is dat verschil een gegeven waarmee we werken,” zegt Jan. Het verschil heeft echter wel invloed op de taakverdeling met de gemeenten en op het organiseren van deskundigheid. Jan: “Sommige gemeenten hebben nog veel deskundigheid in eigen huis. Andere gemeenten hebben die kennis als het ware uitbesteed aan hun omgevingsdienst. Wat gaat er straks gebeuren: trekken de gemeenten taken wel of niet weer naar zich toe?”


Taken en rollen verdelen

Gemeenten kunnen dus straks zelf bepalen wat ze opnemen in hun omgevingsvisie en welke regels ze daarvoor opstellen. De Omgevingswet biedt hun die ruimte. Voordat de wet van kracht wordt moet duidelijk zijn hoe gemeenten en omgevingsdiensten hun taken verdelen en hun rol vervullen. Jan ziet nog wel een flinke uitdaging: “Hoe garandeer je een integrale benadering van de klantvraag als er onderlinge verschillen zijn? Hoe kunnen kleinere gemeenten robuust blijven handelen?” Het zijn vragen die de Taskforce zich stelt en voorlegt aan de gemeenten.


In elk geval is duidelijk dat alle overheden anders moeten gaan denken en werken. Daarbij horen kritische vragen, heldere afspraken en een goede voorbereiding. “En dat is precies waar we nu mee bezig zijn,” sluit Jan af.